woensdag 11 januari 2012

Dossier

Dossier

Na onze presentatie hebben we een aantal reacties gekregen van het publiek en ook beoordelingscriteria. We zijn duidelijk begonnen vanuit de discipline beeldend. Vanuit beeldend zijn we verder gegaan. Het beeldende element in onze presentatie was een heel positief punt. Het geheel van het beeldende aspect paste goed bij de locatie en het effect dat ontstond kwam goed over. Herinneringen was het overkoepelende thema. Aan deze soort van kapstok zijn we elementen van theater, dans en beelden d toe gaan voegen. We hebben met z’n alle constructief samengewerkt en samen de verantwoordelijkheid genomen voor ons proces. We hebben geprobeerd dat iedere discipline er duidelijk in naar voren kwam. Deze combinatie is er duidelijk in  te zien. Ook vanuit mijn discipline beeldend heeft mijn invloed grote bijdrage geleverd aan het uiteindelijke werk. Ik heb op mijn eigen vakniveau gewerkt. Duidelijk heb ik met begrippen gewerkt en samen zijn we uiteindelijk verder gaan denken en zijn er ook ideeën van dans en theater in verwerkt. Ik kan zeggen dat we met z’n alle actief betrokken waren bij ons proces. We hebben er veel tijd in gestoken en dit ook met z’n alle gedaan.

Het onderzoek van opdracht B staat voor mijn gevoel vrij los van onze presentatie. We hebben natuurlijk goed nagedacht over een specifiek doel maar zijn eigenlijk een vrij nieuwe richting uit geslagen voor onze verwerkende les. Ik vind het daarom ook moeilijk te zeggen wat voor elementen ik vanuit de presentatie meegenomen heb. Het onderdeel ‘zien’ wat in onze verwerkende les van belang is kan ik wel koppelen aan het idee van onze gehele presentatie waarin alles als het ware om het zicht draait. Ik vind het moeilijk om mijn beeldend element van de presentatie te koppelen aan het beeldend element van de verwerkende opdracht. Deze link is moeilijk te maken. 

Verwerkende les
Vivian Janssen, Lydia Snoeren, Merel Houwaard

Doelstelling
Kunst maken zonder zicht.

Lesopbouw
Inleiding                                 2 minuten       Merel
Inleiding opdracht 1               5 minuten       Vivian
Opdracht 1                             5 minuten       Samen
Bespreking opdracht 1           5 minuten       (Vivian)
Inleiding opdracht 2               5 minuten       Lydia
Opdracht 2                             10 minuten     Samen
Presenteren opdracht 2         10 minuten     (Lydia)
Nagesprek                              3 minuten       Merel

Lesinhoud
Opdracht 1: beeldend.
Er zijn 5 duo’s. De ene persoon doet zijn ogen dicht en krijgt een voorwerp ergens op zijn lichaam. De andere persoon krijgt een vel papier en een zwarte stift. De persoon met zijn ogen dicht beschrijft het voorwerp. De andere persoon tekent wat er wordt beschreven. Als hulp kunnen ze gebruik maken van het ‘let op’ lijstje.
Dit gebeurd ongeveer 5 minuten. Dan pakt de persoon die heeft getekend het voorwerp van de persoon met de ogen dicht en verbergt het samen met de tekening. Vervolgens doet iedereen zijn ogen open en wordt eerst gevraagd naar de ervaringen van de mensen met de ogen dicht. Wat voelde je? Was het moeilijk? En waarom? Daarna komen de voorwerpen te voorschijn en worden de tekeningen besproken. Klopt het met het voorwerp? Klopt het met wat de mensen met de ogen dicht dachten? En is het kunst geworden?

Opdracht 2: dans.
De 5 duo’s blijven. De persoon die net z’n ogen open had, doet nu z’n ogen dicht. De andere persoon krijgt een tekening van een ander duo. Hij zal aan de hand van de tekening en het ‘let op’ lijstje van dans, een bewegingszin maken met zijn partner, door middel van leiden en volgen. Het duo krijgt de mogelijkheid om verschillende delen van de tekening op diverse manieren te oefenen, voor ze een beslissing maken hoe ze het gaan uitvoeren. Daarna herhalen ze hun bewegingszin zodat ze het aan de rest kunnen laten zien.
Dit gebeurd ook ongeveer 5 minuten. Dan stoppen alle duo’s en laten ze hun dans aan elkaar zien. We bespreken iedere dans kort, direct na het uitvoeren. Was het moeilijk om de tekening te vertalen naar dans? En waarom? Hoe is het om met ogen dicht te dansen?

Organisatie
Vijf waxinelichtjes, stiften, vellen papier, ‘let op’ lijstjes.

Startopdrachten

Discipline Beeldend                                                                                                        Dinsdag 22 november 2011
1.       Onderdeel: materiaal
In de beeldende kunst is het belangrijk om goed onderzoek te doen naar materialen en hoe je ze moet gebruiken. Belangrijk hierbij is om kenmerken te noemen bij elk soort materiaal. Dit helpt je eventueel om verder aan de slag te gaan. Kies  3 materialen. Probeer bij ieder materiaal zoveel mogelijk eigenschappen te noemen. Voorbeeld: stof, stof heeft als eigenschap dat het zacht is/aanvoelt.

2.       Onderdeel: Vormen van beeldende kunst
In de beeldende kunst kun je op verschillende manieren ‘kunst maken’. Je kunt bijvoorbeeld iets schilderen maar je kunt ook een 3d werk maken, of juist de media een rol laten spelen. Probeer hier eens over na te denken en verschillende opties te noemen, met hierbij ook weer kenmerken.
Voorbeeld: fotografie, dit is een manier om kunst te maken. Kenmerk van fotografie is dat het een momentopname laat zien. Acties, emoties kunnen hierbij duidelijk naar voren komen. Ook kun je helemaal zelf de compositie  bepalen. Jij als maker bepaalt zo hoe je foto eruit komt te zien.

3.       Onderdeel: Inhoud

De inhoud wordt mede bepaalt door het materiaal en het uiteindelijke zichtbare werk (in welke vorm heb je je werk gemaakt). Aan de hand hiervan kun je bepalen of de inhoud hier goed bij aansluit. Vaak is het een handige methode om eerst vanuit de inhoud te gaan werken en aan de hand daarvan je materiaalkeuze te baseren en ook in welk jasje het werk uitgevoerd gaat worden. Vorige week hebben we een mindmap gemaakt met punten die wij in de beeldende kunst inhoud kunnen noemen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het kille gevoel. Of juist de zachtheid/warmte van de ruimte. Probeer aan de hand van de uitgangspunten die we samen in het mindmap genoteerd hadden een combinatie te gaan maken van vorm, materiaal en inhoud.
Stel jezelf hierbij de volgende vragen:
·         Waar baseer je je keuze op?
·         Speelt bij je keuze de ruimte ook een belangrijke rol? Zo niet, probeer hier ook eens een koppeling mee te maken.
·         Speelt je eigen discipline ook een rol bij je keuze? Betrek je bijvoorbeeld dans en theater ook bij je keuze om bijvoorbeeld voor een bepaald soort materiaal of vorm van kunst maken te kiezen? Bijvoorbeeld omdat je dit mooi vind of denkt dat je er zelf op gebied van dans en theater iets aan kan koppelen en hier ideeën bij krijgt? Probeer dit zowel los te zien van je discipline maar probeer ook eens een koppeling te maken.
·         ….. Interessant: Welke vragen stel je jezelf hierbij?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten